Cao-onderhandelingsresultaat: RVU en overwerk/meerwerk, 2026

Zwaar Werk

RVU (artikel 47 cao)

Er komt een nieuwe RVU-regeling vanaf 1 januari 2026 zonder vaste einddatum.

Doelgroep

De nieuwe afspraken zijn meer gericht op werknemers met structureel zware belasting (met minimaal 10 ORBA-punten voor fysieke en fysische belasting). Deze aanscherping is in lijn met de afspraken daarover in het Centraal Akkoord, Gezond naar Pensioen, van 18 oktober 2024.

Werknemers onder het A- B- of D-deel van de cao kunnen deelnemen:

  • In 2026: vanaf 30 maanden voor de AOW-leeftijd die 18 branchejaren hebben en die minimaal 24 uur per week bij 1 of meerdere werkgevers in de schoonmaakbranche werkzaam zijn;
  • In 2027: vanaf 30 maanden voor de AOW-leeftijd die 19 branchejaren hebben en die minimaal 24 uur per week bij 1 of meerdere werkgevers in de schoonmaakbranche werkzaam zijn;
  • In 2028: vanaf 30 maanden voor de AOW-leeftijd die 20 branchejaren hebben en die minimaal 24 uur per week bij 1 of meerdere werkgevers in de schoonmaakbranche werkzaam zijn;
  • Deelname aan de RVU is niet meer mogelijk voor werknemers in de functies "(Ambulant) objectleider algemeen schoonmaakonderhoud I, II en III” (deze functies zitten onder 10 ORBA-punten)

Hoogte RVU-uitkering

Het door RAS aan de werknemer uit te keren bedrag wordt voor een fulltimer verhoogd met € 300.
Dit is in lijn met de additionele fiscale mogelijkheden bij knellende situaties vanuit het Centraal Akkoord. Voor parttimers geldt dit bedrag van € 300 naar rato.

Deeltijdvariant RVU

De deeltijdvariant (artikel 47 lid 3 cao) vervalt vanaf 1 januari 2026. Nieuwe deelname is vanaf dat moment niet meer mogelijk.

Schoonmaakwerk is zwaar werk, validatie

Uitgangspunt bij deze afspraken is dat uitvoerend schoonmaakwerk in objectieve zin als zwaar werk dient te worden beschouwd. In lijn met afspraken daarover in het Centraal Akkoord zullen cao-partijen dit laten valideren. Mocht deze nieuwe definitie van zwaar werk niet gevalideerd worden, dan treden cao-partijen met elkaar in overleg om te komen tot een regeling die wel gevalideerd wordt.

Generatiepact (artikel 48 cao)

De cao-afspraak (80% werken, 95% loon en 95% pensioenopbouw) wordt verlengd vanaf 1 januari
2026. Dit met de volgende uitgangspunten:

  • Deelname blijft mogelijk voor werknemers in de functies “(Ambulant) objectleider algemeen schoonmaakonderhoud I, II en III”;
  • Er loopt op dit moment een pilot bij de RAS. De regeling op basis van de huidige pilot wordt geëvalueerd tijdens het cao-overleg 2026.

Financiering RVU en Generatiepact

Om de nieuwe afspraken te financieren wordt de RAS-premie voor de zwaarwerkregelingen in de jaren 2026, 2027 en 2028 vastgesteld op 0,56%. Ook wordt een deel gefinancierd via ruimte die daar binnen de begroting van de RAS voor wordt vrijgemaakt. Hiervoor is in de jaren 2026, 2027 en 2028 een bedrag van 1,5 miljoen (0,06% van de loonsom) beschikbaar.

Maximum budget

Voor de cao-afspraken van artikel 47 en 48 is via RAS een maximum budget per jaar beschikbaar.
Dit wordt in beide cao-artikelen opgenomen. RAS laat het de werkgevers en werknemers op tijd weten als dit maximum in zicht komt.

Duur afspraken RVU en Generatiepact

De cao-afspraken van artikel 47 en 48 kennen in beginsel geen einddatum. Er vindt elke drie jaar een ijkmoment plaats. Hierbij wordt aangesloten bij het Centraal Akkoord. In 2028 is het eerste ijkmoment. De inhoud en voortzetting van de financiering van deze regelingen worden dan geëvalueerd. Dat kan leiden tot het bijsturen, afbouwen of beëindigen van de regelingen na 2028.

Verhouding tot wet- en regelgeving

De cao-afspraken van artikel 47 en 48 passen binnen de huidige wet- en regelgeving. Indien de wet- en regelgeving wijzigt en er (financiële en juridische) risico’s ontstaan, dan treden cao-partijen tussentijds in overleg met elkaar over het aanpassen van deze regelingen.

Meerwerk / Overwerk

De uitspraak van het Europese Hof van 29 juli 2024 is aanleiding de cao vanaf 1 januari 2026 op de volgende wijze aan te passen:

Nieuw artikel 13 lid 2 t/m 8 vanaf 1 januari 2026
Wat is je arbeidsduur, en hoe om te gaan met meerwerk en het vervallen van het overwerk?

  1. De normale arbeidsduur is gemiddeld 38 uur tot maximaal 48 uur per week over een periode van 4 weken.\
  2. Wanneer je in het vierde kwartaal gemiddeld minimaal 15% meer uren werkt dan in je arbeidsovereenkomst staat, is je werkgever verplicht je een aangepaste arbeidsovereenkomst aan te bieden vanaf 1 januari van het volgende jaar. De aanbieding voor contractaanpassing gaat uit van het aantal uren die je in het vierde kwartaal gemiddeld hebt gewerkt. Er wordt afgerond op halve uren. De aanbieding gaat uit van maximaal 48 uur per week en is in lijn met de Arbeidstijdenwet. Je mag zelf beslissen of je deze aanbieding accepteert of niet.
  3. Als je de aanbieding van lid 2 accepteert, zal je werkgever ook elk kwartaal daarna bekijken of je gemiddeld minimaal 15% meer uren werkt dan in je arbeidsovereenkomst staat. Als dat zo is, ontvang je met ingang van het daaropvolgende kwartaal van je werkgever een aanbieding voor contractaanpassing. Ook deze aanbieding gaat uit van het aantal uren die je in het voorgaande kwartaal gemiddeld hebt gewerkt. Er wordt afgerond op halve uren. Ook deze aanbieding gaat uit van maximaal 48 uur per week en is in lijn met de Arbeidstijdenwet. Dit wordt elk kwartaal op deze wijze herhaald. Als je de aanbieding niet accepteert, kan het bepaalde in lid 2 weer van toepassing zijn vanaf start van het volgende jaar (gebaseerd op het vierde kwartaal van het voorgaande jaar).
  4. Het bepaalde in de leden 2 en 3 geldt niet voor bedrijven met minder dan 10 werknemers (volgens artikel 2 lid 18 van de Wet Flexibel Werken).
  5. Het bepaalde in de leden 2 en 3 geldt niet als het meerwerk volgt uit het vervangen van een collega en je dit schriftelijk is bevestigd.
  6. Werk je op een object met een vaste bedrijfssluiting (volgens artikel 9 lid 3b cao) of met een spaarurenregeling in de specialistische reiniging (volgens artikel 8 B-deel) of bij een hotel (volgens artikel 6 D-deel)? Dan wordt in afwijking op lid 2 gekeken naar een heel kalenderjaar om te bepalen of je gemiddeld minimaal 15% meer uren werkt dan in je arbeidsovereenkomst staat. Lid 3 is dan niet van toepassing.
  7. Als je niet aan de voorwaarde van minimaal 15% meer uren van lid 2 of lid 3 voldoet, kan je een beroep doen op het wettelijk rechtsvermoeden van artikel 7:610b Burgerlijk Wetboek. Dit om de omvang van je arbeidsovereenkomst te bepalen.
  8. Overgangsregeling vervallen overwerk. Het overwerkartikel (artikel 23 cao) vervalt op 1 januari 2026. Had je in 2025 recht op de overwerktoeslag, dan geldt voor jou een overgangsregeling. Je krijgt dan de keuze om tot 30 juni 2026 (of bij betaling per 4 weken tot en met periode 6) de overwerktoeslag volgens het vervallen artikel 23 betaald te krijgen, of je kiest voor aanpassing van je arbeidsovereenkomst volgens lid 2.

Artikel 23 cao (overwerk)
Dit artikel vervalt op 1 januari 2026. En ook op alle andere plekken in de cao wordt het overwerk geschrapt. Alleen bij keuze voor het ontvangen van de overwerktoeslag volgens artikel 13 lid 8, blijven deze bepalingen voor jou tot 30 juni 2026 (of bij betaling per weken tot en met periode 6) van toepassing.

versie: 8 juli 2025, definitief