Portret: ‘Inspanningsgericht werken was vroeger ondenkbaar’

Vereniging 6 december 2023

Portret: ‘Inspanningsgericht werken was vroeger ondenkbaar’

Schoon is het pas als alles blinkt, aldus de 'poetsdames' waarmee het Volendamse Succes Schoonmaak precies zestig jaar geleden de markt bestormde. Sindsdien is het ambacht flink veranderd, constateren voormalig directeur Piet Kes en zijn zoon Jan, de huidige directeur. Daar draagt Succes Schoonmaak zelf ook aan bij.

Expert

Volendam ziet er sinds jaar en dag uit om door een ringetje te halen. “Dat komt doordat reinheid er in de genen zit”, aldus Piet. “Vroeger verdiende nagenoeg iedereen in het dorp zijn brood met visserij. Omdat vis om perfecte hygiëne vraagt, is bij iedere dorpsbewoner grondig poetsen met de paplepel ingegoten.” Niet gek dus dat de schoonmakers van Succes Schoonmaak vanaf de oprichting in 1963 populair waren in de regio.

Schoonmaakveteraan

"Onze dames van toen behandelden het pand van hun opdrachtgever als hun eigen huis. Ze maakten grondig schoon, zo lang als ze nodig hadden." Jan: “Inspanningsgericht werken was ondenkbaar. Afspraak of niet, elke vlek of veeg moest aangepakt worden. Volgens de dames was het pas schoon als het glom en naar chloor rook.” Collega Nel is daar een lichtend voorbeeld van. Met haar veertig dienstjaren bij Succes Schoonmaak is ze een ware schoonmaakveteraan. “Nel houdt met veel plezier nog steeds ons hoofdkantoor schoon. Je kunt haar tien keer vertellen om de elektronica met rust te laten, de beeldschermen neemt ze toch gewoon af. En kruimel ik met een broodje achter de computer, dan krijg ik op mijn kop: 'Dat doe je bij je moeder toch ook niet?' Dat is toch fantastisch! Pure liefde voor het schoonmaakvak.”

Van ambacht naar dienst

In de loop der jaren hebben Piet en Jan de professionele schoonmaak zien transformeren van een ambacht naar een zakelijke dienst. De komst van facilitair managers speelt daarbij volgens hen een belangrijke rol. “Onze contactpersonen waren vroeger huismeesters en conciërges”, herinnert Piet zich. “Zij voelden zich persoonlijk verantwoordelijk voor het pand, net als onze mensen. We zorgden er samen voor.”

Dichtgetimmerde werkzaamheden

Die ongedwongen samenwerking veranderde door de komst van facilitair managers. Piet: “Onder druk van de inkoopafdeling gingen facilitair managers de werkzaamheden van schoonmakers dichttimmeren in werkprogramma’s en taakkaarten.” Piet kon zich daar wel eens aan ergeren: ”Het gevolg was dat een schoonmaker een schopstreep op een deur niet langer mocht verwijderen, omdat er in het werkprogramma geen marge zat voor handelingen die niet geoffreerd waren.” Dat deed de reputatie van de schoonmaakbranche geen goed. Zeker niet als er beknibbeld werd op schoonmaakwerk. “Dat het aantal schoonmaakuren minder wordt, weten gebruikers van een pand niet. Die zien alleen dat die streep niet verdwijnt en menen dat er slecht wordt schoongemaakt.”

Printjes boven menselijk contact

Het persoonlijk contact dat de huismeester had met zijn schoonmaakploeg maakte plaats voor schriftelijke instructies op papier. Zelfs bij de kwaliteitscontrole kozen opdrachtgevers vaak printjes boven menselijk contact. Doordat organisaties het schoonmaakwerk naar de avonduren verplaatsten, werd de afstand tussen opdrachtgevers en schoonmakers nog groter, zag Jan. ”Omdat het takenpakket van facilitair managers groeide en ze veelal op kantoortijden werkten, verschoof de kwaliteitscontrole naar checklisten en digitale toetsingen. Hierdoor verdween de menselijke maat naar de achtergrond.”

Herwaardering van het vak

Gelukkig is de relatie tussen opdrachtgevers en schoonmaakbedrijven weer gelijkwaardiger aan het worden, merkt Jan. “Sinds corona is er weer meer waardering voor schoonmakers. Steeds vaker kunnen we opdrachtgevers overtuigen terug te schakelen naar dagschoonmaak. Schoonmakers willen ’s avonds ook tijd met hun kinderen doorbrengen, vertellen we ze. Opdrachtgevers hebben ook weinig keus; in deze krappe arbeidsmarkt kom je anders niet aan voldoende personeel.”

Meer dan schoonmaak alleen

Jan realiseert zich dat deze beweging ook weer zo kan omslaan. “We weten uit het verleden: schoonmaak is vaak het eerste waar organisaties op bezuinigen en waar ze als laatste in investeren.” Daarom houdt Succes Schoonmaak zich inmiddels bezig met meer dan schoonmaak alleen. Jan: “Onze oude pay-off was ‘Krachtig in schoonmaken’. Want dat was wat we deden: we kwamen binnen, maakten alles grondig schoon en gingen dan weer weg. Tegenwoordig kijken we hoe we opdrachtgevers nog meer kunnen ontzorgen, tot aan onze gezamenlijke duurzaamheidsdoelstellingen aan toe. Daarom is onze pay-off nu: ‘Voor een schonere en mooiere wereld’.” Een pay-off die Nel vast kan waarderen.