Reactie Schoonmakend Nederland op ontwikkeling sectorale in- en uitleenverboden
Vandaag werd bekend dat het kabinet werkt aan een mogelijk uitzendverbod in de vleessector vanwege aanhoudende misstanden met arbeidsmigranten. In datzelfde bericht wordt ook de schoonmaaksector genoemd als risicosector. Schoonmakend Nederland vindt het belangrijk om op deze ontwikkeling te reageren en duidelijk te maken hoe onze branche zich inzet voor eerlijke arbeidsomstandigheden en verantwoord ondernemerschap.
Schoonmakend Nederland onderschrijft het belang van stevige maatregelen tegen misstanden op de arbeidsmarkt. Iedereen verdient fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden en bescherming tegen uitbuiting. Dat is al jarenlang ons uitgangspunt. Tegelijkertijd willen wij de ontwikkelingen rondom sectorale in- en uitleenverboden zorgvuldig en op basis van feiten beoordelen.

Expert
Uit het onderzoek en de brief van het ministerie blijkt dat:
- Er grote verschillen zijn tussen risico’s en misstanden in de onderzochte sectoren.
- De schoonmaaksector in zijn volle breedte niet uniform kan worden beoordeeld; het gaat om een clustering van verschillende submarkten.
- De problematiek zich vooral concentreert in microsectoren als chemisch reinigen, wasserijen en linnenverhuur. Deze sectoren vallen buiten onze cao en buiten de schoonmaakbranche.
- De reguliere schoonmaak onder de cao schoonmaak- en glazenwassersbranche laat juist zien dat goed georganiseerde branchemaatregelen werken.
Daarom doen wij nu al veel:
- Onze cao kent een ‘cap’ op flexibele arbeid en sluit nul-urencontracten uit.
- Via het Keurmerk Schoon, gebaseerd op NEN 4400-1, worden leden twee keer per jaar onafhankelijk gecontroleerd op wet- en regelgeving, naleving cao en afdracht belastingen en premies.
- We beschikken over een onafhankelijke handhavingscommissie en hanteren de Code Verantwoordelijk Marktgedrag.
- Wij investeren in transparantie, handhaving en ketenverantwoordelijkheid. Zo laten ondertekenaars van de Code Verantwoordelijk Marktgedrag jaarlijks in een zelfverklaring zien hoe ze bijdragen aan duurzame marktwerking.
Daar waar misstanden zich wél voordoen, zien we dat inkopers vaak buiten de georganiseerde branche om zaken doen. De recente casus in Amsterdam onderstreept dat de misstanden plaatsvonden bij schoonmaakbedrijven die niet lid zijn van een brancheorganisatie.
Overigens realiseren we ons dat ook een streng keurmerk (dat wij hanteren in onze branche) geen garantie is dat er geen fouten worden gemaakt, maar we zetten wel stevig in om dit te voorkomen en als het wel gebeurt, ervan te leren wat we anders moeten organiseren.
Wij pleiten daarom voor:
- Gerichte aanpak: maatregelen dáár nemen waar het probleem zit, in plaats van generieke verboden.
- Heldere afbakening: beperk eventuele maatregelen tot subsectoren waar structurele problemen zijn vastgesteld.
- Ketenverantwoordelijkheid versterken: ook opdrachtgevers moeten aangesproken worden op hun keuzes.
- Evalueren op basis van feiten: wij zijn en blijven graag betrokken bij het ophalen en leren van wat er gebeurt in onze branche.
Als sector blijven wij met het ministerie constructief in gesprek. Ook wij willen het kaf van het koren scheiden — maar op een manier die effectief is, recht doet aan de feiten en voorkomt dat goedwillende bedrijven de rekening betalen voor wat elders fout gaat.