Leden Schoonmakend Nederland stemmen in met cao-onderhandelingsresultaat
Vandaag hebben leden van Schoonmakend Nederland gestemd over het tussentijdse cao-onderhandelingsresultaat over de Eerder Stoppen met Werken-regeling (RVU) en gelijke behandeling van parttimers en fulltimers bij overwerk. De aanwezige leden stemden unaniem in met het onderhandelingsresultaat.
Pieter Grootjes (eerste onderhandelaar): “Dit is een fijne afsluiting van een intensief onderhandelingsproces. We hebben een mooi akkoord bereikt en ervoor gezorgd dat fulltime en parttime gelijk behandeld worden en met de RVU-regeling kunnen schoonmakers die een lange carrière in de sector hebben eerder stoppen met werken. Dit is goed voor werkgevers én voor werknemers.”

Experts
-
Fedde Monsma
Manager Cao, Arbeidsverhoudingen en Projecten
-
De afspraken nog een keer op een rij:
Eerder-Stoppen-Met-Werken-regeling (RVU)
-
Medewerkers die minimaal 24 uur per week werken, kunnen 2,5 jaar voor de AOW-leeftijd aanspraak maken op deze regeling, mits zij minimaal 20 jaar actief zijn in de schoonmaakbranche en 10 of meer ORBA-punten ‘scoren’.
-
Daarnaast stellen werkgevers 300 euro per maand naar rato extra per persoon beschikbaar voor iedereen die in deze doelgroep valt.
-
De RAS-premie voor deze regeling wordt per 1 januari 2026 met 0,56% verhoogd.
-
Leidinggevenden zijn uitgesloten van deze regeling.
-
De Generatiepactregeling blijft zoals hij is.
-
Deze nieuwe regeling gaat in per 1 januari 2026 en wordt in 2028 geëvalueerd.
Overwerktoeslag vervalt
-
De overwerktoeslag van 25% over het basisuurloon vervalt per 30 juni 2026 of met ingang van periode 7. Dit betekent dat werkgevers vanaf die periode/datum geen overwerktoeslag meer betalen.
-
Dit zorgt voor gelijke behandeling van parttimers en fulltimers bij overwerk en meerwerk.
-
Voor medewerkers die nu een overwerktoeslag ontvangen, geldt er een overgangsregeling van 1 januari 2026 tot en met 30 juni 2026.
-
Wel moeten werkgevers vanaf 1 januari 2026 elk kwartaal een aanbod doen voor extra contracturen aan medewerkers die structureel 15% of meer hebben overgewerkt. Dit geldt op basis van de overuren in het voorafgaande kwartaal.
-
Per 1 januari 2026, is de referteperiode het vierde kwartaal van 2025, dus de periode van oktober tot en met december. Voor het B- en D-deel die werken met het spaarurensysteem geldt een referteperiode van 1 jaar.
-
De medewerker mag het aanbod van de werkgever weigeren.
De leden van vakbonden CNV en FNV leggen het onderhandelingsresultaat ook voor aan hun achterban.